Regionale Adaptatiestrategieën (RASsen)

Regionale Adaptatiestrategieën (RASsen)

In de Deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie hebben gemeenten, waterschappen, provincies en Het Rijk in 2015 de ambitie vastgelegd dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht.

Vier werkregio’s

Nederland is voor de uitvoering van deze Deltabeslissing opgedeeld in verschillende werkregio’s. In de provincie Utrecht gaat het om vier werkregio’s:

  • Netwerk Water en Klimaat (gemeenten in het gebied van waterschap HDSR)
  • Platform Water Vallei en Eem (gemeenten in het Vallei en Eem-gebied van Waterschap Vallei en Veluwe)
  • Dijkring 16 (Vijfheerenlanden, onderdeel van het gebied Alblasserwaard Vijfheerenlanden binnen waterschap Rivierenland)
  • Amstel, Gooi en Vecht / Waternet

RASsen en uitvoeringsagenda’s

Om in 2050 een klimaatbestendig Nederland te hebben hebben de werkregio’s kwetsbaarheden in beeld gebracht. Dat deden ze door een stresstest uit te voeren en risicodialogen te voeren met gebiedspartners. Op basis daarvan stellen de werkregio’s regionale adaptatiestrategieën en uitvoeringsagenda’s op.

De NMU is als maatschappelijke organisatie betrokken bij het opstellen van de regionale adaptatiestrategieën (RASsen). We doen mee met risicodialogen en delen kennis en input voor een goede invulling van de RASsen.

Hoge ambities en concrete projecten

De Regionale Adaptatiestrategieën zijn voor de NMU geslaagd als ze voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • het ambitieniveau van de RAS ligt hoog genoeg om de landelijke doelstelling te halen;
  • de RAS bestaat uit een concrete ontwikkelstrategie met tussentijdse mijlpalen;
  • de strategie in de RAS wordt vertaald naar concrete projecten of acties in een uitvoeringsagenda voor de korte termijn;
  • acties en projecten zijn niet alleen gericht op proces, onderzoek of samenwerking, maar ook op realisatie van concrete en zichtbare klimaatbestendige maatregelen of resultaten;
  • de omgeving (waaronder bewoners en bedrijven) worden goed betrokken bij het opstellen van de RAS en de uitvoeringsagenda en later bij de uitvoering daarvan;
  • er is in het algemeen voldoende aandacht voor vergroening in de stad of het dorp, groenblauwe structuren, het aanleggen van klimaatbuffers en de actuele droogteproblematiek.

Meer weten? Neem contact op met Jeannine!

Profiel Jeannine van Bree

Jeannine van Bree

Projectleider gezonde leefomgeving – citizen science