Europese Unie doet uitspraak over Programma Aanpak Stikstof
december 21, 2018
Europese Unie doet uitspraak over Programma Aanpak Stikstof
Op 7 november 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie uitspraak gedaan over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). In de uitspraak beantwoordt het Hof de vragen die de Raad van State in enkele lopende beroepsprocedures had gesteld. Deze hadden betrekking op de toelaatbaarheid van een juridisch systeem als dat van het PAS in het licht van de eisen van de Europese Habitatrichtlijn.
De wetenschappelijke onderbouwing die ten grondslag ligt aan het PAS, moet wel voldoende zekerheid bieden dat de natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden geen schade ondervinden van deze activiteiten. De lat voor deze motivatie ligt hoog, zo blijkt uit de uitspraak van het Hof. Zie hiervoor ons eerdere bericht van 9 november: https://www.nmu.nl/nieuws/pas-op-de-plaats/. Vanwege de uitspraak van het Europese Hof van Justitie, moet de Raad van State een uitspraak doen of de onderbouwing van het PAS voldoende is.
Op 15 november 2018 hebben de betrokken overheden – gedeputeerde staten van provincies en de ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en Infrastructuur en Waterstaat – met elkaar vastgesteld dat vergunningverlening op grond van het PAS kan worden voortgezet, in afwachting van de uitspraak van de Raad van State. De overheden beschrijven dat de uitspraak van het Europese Hof van Justitie zich hiertegen niet verzet.
Ook wordt aangegeven dat dit, kort gezegd, betekent dat vergunningverlening vooralsnog geen beroep kan doen op 40% van de vrije ontwikkelingsruimte (segment 2) voor stikstofdepositie. Deze 40% dient als buffer, zodat onomkeerbare gevolgen voor de natuur worden voorkomen totdat de Raad van State zich heeft uitgesproken over de vraag of de onderbouwing van het PAS voldoet.
Echter de Natuur- en Milieufederaties, Vlinderstichting, SoortenNL, LandschappenNL, Vogelbescherming Nederland, Het Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten zijn het hiermee niet eens. Zij vragen de Minister het besluit tot het continueren van de vergunningverlening te heroverwegen. In een brief naar Minister Schouten werd gezegd; “Dweilen met de kraan open als bij de bron de uitstoot niet goed wordt aangepakt”. Want, zoals verder werd beschreven, de natuur loopt ondanks het PAS nog altijd schade op door een opeenstapeling van stikstof en verzuring. De gezamenlijke natuur- en milieuorganisaties vragen om veel steviger te sturen op het uitvoeren van bronmaatregelen op korte termijn. Dit vooral door technische maatregelen te nemen om de stikstoftrend neerwaarts te krijgen en op de langere termijn door de landbouwsector te hervormen en veel duurzamer te maken.
O.a. door een onderzoek dat is uitgevoerd naar de effectiviteit bij het uitvoeren van luchtwassers blijkt dat de theoretische modellen niet zo effectief zijn als de modellen voorspellen. De verschillen die er zijn tussen het theoretische model en de daadwerkelijke meting zien wij als een extra reden het voorzorgbeginsel strikter toe te passen. Wij willen dat een ondernemer pas een vergunning krijgt als onomstotelijk vast staat dat dit geen schade toebrengt aan de natuur. Als de natuur toch meer te lijden heeft dan werd voorspeld en een verleende vergunning daardoor later weer wordt betwist, is dat funest voor de ondernemer. Niemand zit te wachten op een opeenstapeling van bezwaarschriften en onduidelijkheid. Een ondernemer verdient zekerheid, ook als dat betekent dat uitbreiding wordt uitgesteld.
De Raad van State spreekt zich de komende maanden uit over de zaken waarin het beleid nu ter discussie staat. De natuur- en milieuorganisaties vinden dat vergunningverlening tot die tijd moet worden opgeschort. Laat de uitspraken van de Raad van State leidend zijn in de verdere vergunningverlening, zodat de natuur maximaal wordt beschermd en ondernemers tegelijkertijd maximale zekerheid krijgen.
Lees hier de volledige brief van de natuur- en milieuorganisatie aan Minister Schouten.