2004

2004

 

Een van de belangrijkste onderwerpen waar de NMU in 2004 aan werkte was het beschermen van het veenweidegebied. Het veenweidegebied werd namelijk aangetast door oprukkende verstedelijking en door intensieve landbouw. Moniek Vesseur werkte destijds samen met Ieke Benschop en Joris Hogenboom aan dit thema.

In een artikel uit een jaaroverzicht uit 2004 lazen we wat destijds de problemen waren in het cultuurlandschap. De schrale graslanden waren namelijk van oorsprong enorm soortenrijk. Er leefden allerlei dieren, zoals kieviten en grutto’s. Om ervoor te zorgen dat zware landbouwmachines op het drassige land konden rijden, werd het waterpeil steeds verder verlaagd. Daardoor kwam het veen droog te liggen. Maar de problematiek van het veenweidegebied was complex. Want bij een hoog peil was het land te drassig om er met machines op te rijden, terwijl een te laag peil verdroging van de omliggende natuurgebieden veroorzaakte en tot jaarlijks bodemdaling leidde.

Hierdoor ervaarden de boeren moeilijkheden. De productievoorwaarden waren ongunstig, want ondanks de peilverlagingen bleef het land relatief nat en ook de traditionele verkaveling met de lange smalle weilandjes belemmerde een efficiënte bedrijfsvoering. Uiteindelijk konden de boeren de internationale concurrentie niet meer aan.

Vanuit deze analyse bedacht de NMU oplossingen, die zich richtte op de agrarische sector. In de visie van de NMU werd een duurzaam beheer van het veenweidegebied mogelijk door een overstap naar extensieve landbouw. Een deel van de productie werd verschoven naar groene en blauwe diensten: recreatie, natuur en landschap als agrarisch product. De inkomstenderving door peilverhogingen en lagere opbrengsten konden worden gecompenseerd door vergoedingen voor natuurproductie. Het geld daarvoor kon gehaald worden uit een gebiedsfonds, dat gefinancierd werd door de besparingen op het waterbeheer en de daaruit voorvloeiende kosten.

In 2004 startte de NMU een project op om de dialoog aan te gaan met gemeente over de problemen en kansen in het veenweidegebied. Tijdens de presentaties die werden gegeven bij vrijwel alle gemeenten, bleek dat de ernst van de zaak nog niet was doorgedrongen. “Zowel in agrarische als in stedelijke gemeenten ontmoeten we sympathie voor onze ideeën, maar we stuiten ook op raadscommissies en wethouders die nauwelijks interesse hebben voor het landelijke gebied. Veel gemeenten zijn populaire woonplaatsen vanwege het mooie buitengebied. De inwoners en besturen zien dat vaak als een vanzelfsprekendheid. Niet als iets om je zorgen over te maken,” vertelde Moniek destijds.

Maar om de ideeën van de NMU uit te voeren, was het noodzakelijk dat alle betrokken partijen het belang inzagen van het veenweidegebied voor mens en natuur. De NMU had samen met de agrarische natuurvereniging de Utrechtse Venen en andere betrokkenen een voorstel ingediend voor een gebiedscontract groene en blauwe diensten.

In augustus 2018 is de NMU gestart met een nieuw project binnen dit thema: Valuta voor Veen. Met dit project wilde de NMU verkennen of er een regionaal systeem van CO2 compensatie kon worden opgezet om op die manier de uitstoot van klimaatgassen van het veenweidegebied te beperken. Het oorspronkelijke idee achter Valuta voor Veen was erg eenvoudig: het waterpeil in agrarische gebieden werd omhoog gezet en daarmee werd bodemdaling en de uitstoot van CO2 voorkomen. Deze vermindering van CO2 uitstoot kon worden verkocht in de vorm van CO2 credits aan bedrijven, overheden en burgers die op vrijwillige basis hun uitstoot wilden compenseren. Het was een model waarmee een economische drager voor natter landgebruik mogelijk werd gemaakt. Dit had ook positieve effecten op de natuur, bijvoorbeeld voor weidevogels.

De NMU vond het ‘Valuta voor Veen’ plan kansrijk voor het veenweidegebied in de provincie Utrecht. ‘Het zorgt voor een extra geldstroom voor boeren en kan hen zo helpen om ook andere maatregelen te nemen, zoals weidevogelbeheer of de ontwikkeling van natte hooilanden,’ vertelde Max Zevenbergen, projectleider Landelijk gebied en groene ruimte, destijds. ‘Daarmee versterkt deze

Tags: