De regio streeft naar 10% duurzame energie in 2020 en energieneutraal in 2040. Daarvoor hebben we alle bronnen nodig, ook geothermie (aardwarmte). De NMU heeft in 2016 een inventarisatie van vragen rondom geothermie opgehaald bij verschillende partijen in de regio. Op basis van de reacties heeft de NMU een goed inzicht gekregen welke vragen leven. We hebben deze beschreven in een speciale flyer.
Als geothermie zo duurzaam mogelijk wordt uitgevoerd, kan het voorzien in een aanzienlijk deel van onze regionale warmtebehoefte. Daarbij is het zaak om de kwaliteit van zowel de bodem als het grondwater te bewaken. En ervoor te zorgen dat de juiste duurzaamheidsmaatregelen worden genomen. De NMU denkt in de regio mee over hoe geothermie op een zo duurzaam manier kan bijdragen aan het halen van onze regionale energiedoelstellingen.
Geothermie roept vragen op. Daarom zijn transparantie, onafhankelijkheid, objectiviteit, duidelijke communicatie en het secuur betrekken van stakeholders en inwoners in een zo vroeg mogelijk stadium essentieel. Zo kan een eventuele een boring zo goed en duurzaam mogelijk worden uitgevoerd. Het gaat om het vormgeven van een goede maatschappelijke dialoog.
De NMU heeft in opdracht van de provincie Utrecht vragen opgehaald bij natuurbeschermingsorganisaties, waterschappen, waterbedrijven en bewoners. De vragen gaan over techniek, veiligheid, ruimtelijke ordening, leefomgeving, sociale impact, financiering en proces. Het doel hiervan is inzicht bieden in onduidelijkheden en onzekerheden rond geothermie boringen.
De NMU vraagt aandacht voor de volgende aspecten:
Het is belangrijk dat deze aandachtspunten in het voortraject meegenomen worden en de nodige maatregelen getroffen worden waar onduidelijkheden bestaan.
In Utrecht bestaat het idee om te boren tot 5 à 7 km diepte. Over die diepte hebben we weinig kennis in deze regio. Het totaal aantal boringen in de provincie Utrecht (ongeacht het doel van de boring en alle ondiep) bedraagt minder dan tien, en is daarmee beperkt.
De potentie van geothermie als warmtebron is aanzienlijk. Een gemiddelde bron heeft een vermogen van 10 tot 20 MWth (Megawatt thermische energie). Dit is genoeg voor de warmtevraag van enkele duizenden woningen en is te vergelijken met de (elektrische) opbrengst van 12 tot 24 windmolens.
De levensduur van een geothermiebron wordt geschat op 30-60 jaar. Volgens het Platform Geothermie is de levensduur een combinatie van factoren zoals techniek (integriteit van de put), dikte van de watervoerende laag en afstand tussen de putten. Dit wordt voor grotere dieptes niet principieel anders. Er is in Nederland en in de ons omringende landen nog geen langjarige ervaring met diepe systemen. Daarom is het verstandig om de levensduur voorzichtig in te schatten.
Na uitputting heeft een bron 60 jaar of langer nodig om het warmteleverend vermogen weer te herstellen (Diepe geothermie 2050, IF Technology, Ecofys en TNO 2011). Geothermie is daarom dus niet per se 100% hernieuwbaar te noemen.
Geothermie als energiebron is:
Met ‘ultradiepe’ geothermie van ca. 5 tot 7 km diepte betreden we een nieuw en onbekend terrein. Er is weinig kennis over de diepe ondergrond en wat de effecten van geothermie hierop zijn.