Zorgen over intensivering melkveehouderij

november 10, 2014

Zorgen over intensivering melkveehouderij

Door nieuw beleid dreigt het aantal melkkoeien in de provincie fors te groeien – en dus ook de uitstoot van fosfaat en ammoniak. De Natuur- en Milieufederaties zijn bezorgd en vragen de Tweede Kamer om een koppeling te houden tussen het aantal koeien en de oppervlakte aan weidegrond.

De Nederlandse melkveehouderij groeit hard. Vooruitlopend op de afschaffing van de melkquota in 2015 bouwen de boeren volop nieuwe stallen. Volgens de prognoses komen er 20% meer koeien. Dat betekent ook meer mest en een hogere uitstoot van fosfaat en ammoniak, wat slecht is voor de natuur en het milieu.

Grondgebonden of niet?

Op dit moment is de melkveehouderij in Nederland nog ‘grondgebonden’. Boeren produceren voor een groot deel hun eigen koeienvoer op hun eigen land, en rijden daarop ook de mest uit. Maar bij een harde groei bestaat het risico dat de melkveehouderij een intensieve agrarische sector wordt, net als bijvoorbeeld de varkenshouderij.

Momenteel werkt staatssecretaris Dijksma aan een nieuw wetsvoorstel voor de melkveehouderij. Hierin maakt zij het mogelijk dat boeren hun teveel aan mest elders kunnen verwerken. Dat geeft een boer ruimte om meer dieren te houden, zonder dat hij meer grond in eigendom of pacht heeft. Het bedrijf is dan niet langer ‘grondgebonden’.

‘Ga niet de kant op van intensieve veehouderij’

De Natuur- en Milieufederaties maken zich zorgen over deze ontwikkelingen. We hebben de Tweede Kamer opgeroepen om er voor te zorgen dat de melkveehouderij grondgebonden blijft en niet de kant opgaat van de intensieve veehouderij. Dat onze zorgen breder worden gedeeld, blijkt bijvoorbeeld uit een opiniestuk in Trouw van oud-landbouwminister Cees Veerman en voormalig Rabobank topman Herman Wijffels.