

Zoeken
oktober 30, 2015
De toestand van de Nederlandse natuur op land blijft zorgelijk. Dat is vooral te wijten aan de intensieve landbouw, blijkt uit het eerste Living Planet Report – Natuur in Nederland van het Wereld Natuur Fonds (WNF). In landbouwgebieden lijden dieren onder zware bemesting, pesticidengebruik en het droogmalen en maaien van weilanden. Bekende slachtoffers zijn weidevogels, zoals de grutto, de tureluur en de scholekster. Ook andere boerenlandvogels, zoals de veldleeuwerik, gaan hard achteruit.
Verder groeien duinen en heidevelden dicht met gras en struiken door stikstofuitstoot van de intensieve veehouderij. Vogels, vlinders en reptielen die open gebied nodig hebben zijn daarvan de dupe. Daarnaast zijn hun leefgebieden vaak te klein en te versnipperd.
WNF, Anemoon, EIS, Ravon, Sovon, de Vlinderstichting, de Zoogdiervereniging en Naturalis Biodiversity Center pleiten daarom onder andere voor een fundamentele keuze voor een duurzame landbouw die voldoende voedsel produceert, boeren een goed inkomen biedt én de biodiversiteit niet schaadt.
In zee gaat het pas de laatste jaren iets beter. Dat komt onder meer door Europese visquota, waardoor commerciële vissoorten als schol en haring zijn toegenomen. Ook in rivieren en drassige gebieden is er een sterke opleving van soorten. Soorten als libellen, moerasvogels en de otter profiteren van schoner water en natuurherstel.
Volgens WNF-directeur Johan van de Gronden geeft het rapport de handvatten voor een historisch natuurherstel. “Vooral als we de uiterst schadelijke intensieve landbouw kunnen kantelen naar een milieusparende variant kan het prille herstel zich vol doorzetten,” zegt hij. “En wat een beloning ligt er in het verschiet: voor het eerst in generaties hebben onze kinderen de kans op te groeien in een land met een rijkere natuur dan wij ons kunnen herinneren!”
Zie ook de WNF-site.