Europese Commissie slap rond bestrijdingsmiddelen

februari 24, 2016

Europese Commissie slap rond bestrijdingsmiddelen

emily_oreilly
De Europese ombudsman Emily O’Reilly spreekt van onwettige praktijken.
De Europese Commissie (EC) heeft jaren nieuwe bestrijdingsmiddelen toegelaten op de Europese markt, zonder dat er harde gegevens waren over de veiligheid voor dier, mens en milieu. Dit blijkt uit een artikel in Trouw. Het ging onder meer om neonicotinoïden, pesticiden die in opspraak kwamen omdat ze dodelijk zijn voor o.a. bijen. Dit misbruik is al tien jaar aan de gang.

Volgens de Europese ombudsman Emily O’Reilly heeft het EU-directoraat-generaal voor gezondheid en voedselveiligheid (DG Sanco) in strijd met Europese richtlijnen middelen toegelaten waarvan de risico’s onvoldoende bekend waren.

O’Reilly spreekt van onwettige praktijken. Zij concludeert dat na een klacht die het Pesticide Action Network PAN Europe, dat 600 milieuorganisaties vertegenwoordigt, in 2012 indiende. De ombudsman kan geen sancties opleggen.

DG Sanco maakte het fabrikanten in 2005 mogelijk om hun bestrijdingsmiddelen op de markt te brengen zonder de vereiste risicostudies. Die onderzoeken, zoals dierproeven, mochten ze achteraf inleveren. Volgens Hans Muilerman van PAN is dat maar mondjesmaat gebeurd. PAN publiceerde in 2012 een rapport waaruit bleek dat de nieuwe werkwijze bijna standaard werd toegepast, in strijd met de eigen Europese richtlijnen.

Volgens de ombudsman is het voorgekomen dat DG Sanco pesticiden toeliet op de markt, terwijl de Europese voedselveiligheidsautoriteit Efsa bezorgd was over de hoge risico’s van die middelen. O’Reilly zegt moeilijk te kunnen begrijpen hoe de Commissie legitiem kon besluiten dat deze middelen geen schadelijk effect of geen onaanvaardbare invloed op het milieu hebben.

Muilerman noemt als voorbeeld de toelating van Pyridaben, een insecticide dat in de glastuinbouw wordt gebruikt. De Nederlandse toelatingsautoriteit Ctgb beoordeelde dit middel en liet het ook toe. Het insecticide blijkt zeer giftig voor waterorganismen, zoogdieren en bijen. DG Sanco oordeelde dat er ‘geen onacceptabele effecten op het milieu zijn’.